door Sebastiaan Coops -
De vrouwelijke Amerikaanse presidentskandidaten: wie kent ze niet en wie had niet gehoopt dat ze betere kansen hadden gehad? Hillary Clinton, Kamala Harris – allen legden ze het af tegen de in alle opzichten totaal andere Donald Trump. Maar zij waren niet de eersten die de gooi naar het Witte Huis waagden. In de vorige eeuw zijn er meer vrouwelijke presidentskandidaten geweest en voor de allereerste vrouwelijke presidentskandidaat moeten we zelfs terug naar 1872. Victoria Woodhull stelde zich bij die verkiezing kandidaat voor het presidentschap. Dat in een tijd waarin vrouwen nog helemaal niet mochten stemmen!
Als er iets is wat onze wereld heeft veranderd in de vorige eeuw, dan is het wel de enorme sociale vooruitgang die we hebben geboekt. De achturige werkweek, vrouwenemancipatie en sociale zekerheid, zoals belastingen in verhouding tot inkomen – allemaal ideeën die Victoria Woodhull ook had. Ze zette de sociale kwestie in Amerika groots op de agenda, en dat was nu precies de reden achter haar kandidatuur.
Victoria en haar zus Tennessee werden gezien als schandaaldames. Het was een klassiek “from rags to riches”-verhaal. Ze klommen, door goed te trouwen, op in de Amerikaanse society, verhuisden naar New York en kwamen daar in contact met belangrijke zakenlieden zoals Vanderbilt. Deze twee dames zouden in 1870 doorbreken met hun eigen makelaarskantoor op Wall Street, genaamd Woodhull & Claflin. Het was het allereerste beurskantoor met vrouwen aan het roer. Bij de ingang lieten ze een bordje ophangen met de tekst: “Alle heren die hier binnenkomen moeten hun financiële problemen uitleggen en meteen weer verdwijnen.”
Victoria had overtuigingskracht, wat ze nodig had in de zakenwereld. Er werd goed naar haar geluisterd. Zo ook door de suffragettes, toen ze hoorden dat zij als eerste vrouw in het Capitool haar verzoekschrift mocht toelichten. Petition Woodhull ging over vrouwenkiesrecht. Ze stelde dat, gezien het 14e en 15e amendement van de Amerikaanse grondwet, elke Amerikaanse burger recht heeft om te stemmen en dat vrouwen ook tot die Amerikaanse burgers gerekend moesten worden. Haar verklaring werd opgenomen in de New York Tribune:
“We zijn niet van het soort dat onze sekse geen enkel recht geeft omdat we gedomineerd worden door de wil van de mannen. Wel integendeel. Ik denk dat heel veel vrouwen slecht of helemaal niet voorbereid zijn om hun bekwaamheden te benutten en dus niet kunnen profiteren van de kansen die zich voordoen. Zodra vrouwen zich bewust zijn van hun macht en vooral klaar zijn voor alle plichten en roepingen van het leven, zal ons recht niet meer betwist worden. We vechten nu om dat doel te bereiken.”
Haar strijd ging door. Enkele jaren later probeerde ze politieke macht te vergaren door een gooi te doen naar het presidentschap. Ze werd voorgedragen door de Equal Rights Party. De invloedrijke politicus Frederick Douglass, ooit tot slaaf gemaakt en daarna voorvechter van de afschaffing van de slavernij, trad naar voren als haar vice-president. Victoria zei:
“Ze eisen de gelijkheid van man en vrouw. Wel, ik bewijs het. Heb ik me niet, met bijzonder veel succes, op het pad begeven dat voordien gereserveerd was aan de mannen? Wie zal ooit 'de heks van Wall Street' vergeten? Dus vandaag eis ik het recht voor alle vrouwen om het onrecht dat hen nog steeds wordt aangedaan, aan te klagen. Ik eis ook het recht dat vrouwen zich in het publieke leven mogen engageren, en ik kondig plechtig mijn kandidatuur voor het presidentschap van de Verenigde Staten van Amerika aan. Mijn kandidatuur zal me toelaten om een aantal algemene principes van een nieuwe economie en een verlichte justitie toe te lichten. Ik voorzie een groot aantal persoonlijke aanvallen, maar wat ze ook zijn en welke agressieve en ongunstige commentaren ik ook zal krijgen, ik verleen aan niemand het recht om mijn eerlijkheid in twijfel te trekken. Ik heb de energie, de moed, de middelen en de kracht die nodig zijn om me in deze wedren naar het Witte Huis te werpen, en ik wil tot het einde lopen.”
Haar campagne verliep zoals elke Amerikaanse campagne. Ze werkte dag en nacht, schreef boeken, er werd een biografie over haar geschreven, ze verscheen op lezingen en campagnebijeenkomsten, en er kwam zelfs een lied. Overal werd ze herkend aan de roos die ze droeg als haar eigen symbool. Er kwam zelfs een eigen weekblad, betaald door haar makelaarsbureau.
Misschien werkte ze wel iets te hard. Ze knoopte de strijd aan tegen corrupte politiemannen, luie politici en zelfs tegen haar eigen achterban: de suffragettes, die volgens haar te conservatief waren. Daarmee zorgde ze voor een verdieping van een al bestaande kloof in de beweging. Victoria stond voor zaken die volgens de conventionele groep immoreel waren, zoals eigendomsrecht. Alle strijd zorgde ervoor dat ze ruzie kreeg met Harriet Beecher Stowe, de schrijfster van De hut van Oom Tom. Harriet noemde haar immoreel en vond dat ze veel te ver ging.
“De vrouwen van het land hebben de macht in eigen handen, ondanks dat de wet en de regering volledig van de mannelijke orde zijn” - Victoria Woodhull
Victoria wist dat haar broer, als predikant, er een buitenechtelijke relatie op nahield. Victoria en haar zus Tennessee verdwenen uiteindelijk in de gevangenis op beschuldiging van smaad. Vanuit de gevangenis kreeg ze te horen dat ze het onderspit had gedolven. Financieel was ze uitgeput. Om alle laster te ontsnappen en tot rust te komen, vertrok ze naar Engeland, waar ze nog twee keer zichzelf kandidaat stelde voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen – tevergeefs.
Door haar verhuizing naar Engeland kwam ze in een ander klimaat terecht. De vrijheid die ze eerder voelde, verdween, en ze paste haar toon aan. Ze gaf toespraken waarin ze de deugd predikte. Want wat had alle vooruitstrevendheid haar gebracht? Ze zei spottend over zichzelf: “De bommengooiers van een bepaalde generatie worden later dikwijls... theedrinkers.”
Ze trouwde opnieuw. Haar zus Tennessee trouwde met een adellijke man, waardoor Victoria zelf ook van adel werd. Ze leefden een rustig en gemakkelijk leven in Engeland waar ze zich, vanuit haar Country House, scholen bouwde voor de kinderen van het Engelse platteland.
Meer weten over Victoria Woodhull? Lees dan het boek 'Karakterdames' van Eliane van den Ende (ISBN: 9789058265548 paperback), dat voor dit artikel als belangrijke bron diende.
Sebastiaan Coops is een historicus gespecialiseerd in koloniale en wereldgeschiedenis. Tijdens zijn studie geschiedenis en Azië-studies aan de Universiteit Leiden heeft hij zich veel beziggehouden met Nederlandse koloniale geschiedenis, met een bijzondere interesse in materiële geschiedenis. Je kunt hem daarom een echte verzamelaar noemen. Dat kun je ook bij hem thuis zien, waar hij een grote collectie oude prenten heeft over historische onderwerpen.
- ENGLISH BELOW. -
The female American presidential candidates: who has not heard of them and who has not hoped for their better chances? Hillary Clinton, Kamala Harris – both of them lost to Donald Trump, who was an altogether different kind of candidate in every sense. But Clinton and Harris were not the first women to run for the White House. In the previous century, there have more female presidential candidates. To find the first one, we have to go all the way back to 1872. Victoria Woodhull ran for president in that election, at a time when women weren’t even allowed to vote!
If there’s one thing that has changed our world in the last century, it’s the enormous social progress we have made. The eight-hour workday, women’s emancipation, and social security, such as taxes in relation to income – all ideas that Victoria Woodhull cherished. She made the social question in America a central issue, and that was exactly the reason behind her candidacy.
Victoria and her sister Tennessee were seen as 'scandalous women'. It was a classic 'rags to riches' story. They climbed the social ladder in American society by marrying well, moved to New York, and came into contact with influential businessmen like Vanderbilt. In 1870, these two women would have their big break with their own brokerage firm on Wall Street, called Woodhull & Claflin. It was the very first stock exchange office with women in charge. At the entrance, they hung up a sign that read: “All gentlemen entering here must explain their financial troubles and leave immediately.”
Victoria possessed persuasive power, which she needed in the business world. People listened to her. So did the suffragists when they heard that she would be the first woman to present her petition in the Capitol. The Petition Woodhull was about women’s suffrage. She argued that, given the 14th and 15th Amendments to the U.S. Constitution, every American citizen has the right to vote, and women should also be counted among those citizens. Her statement was published in the New York Tribune:
“We are not of the kind who have no rights because we are dominated by the will of men. Quite the opposite. I believe that many women are poorly or not at all prepared to use their abilities and thus cannot benefit from the opportunities that arise. Once women become aware of their power and, above all, are ready for all the duties and callings of life, our right will no longer be contested. We are now fighting to achieve that goal.”
Her struggle continued. A few years later, she tried to gain political power by running for president. She was nominated by the Equal Rights Party. The influential politician Frederick Douglass, once enslaved and later an advocate for the abolition of slavery, came forward as her vice president. Victoria said:
“They demand equality between men and women. Well, I prove it. Have I not, with great success, embarked on the path that was previously reserved for men? Who will ever forget ‘the witch of Wall Street’? So today, I demand the right for all women to denounce the wrongs still being done to them. I also demand the right for women to engage in public life, and I solemnly announce my candidacy for the presidency of the United States of America. My candidacy will allow me to present a number of general principles for a new economy and enlightened justice. I foresee many personal attacks, but whatever they are, and whatever aggressive and unfavorable comments I may receive, I give no one the right to question my integrity. I have the energy, the courage, the resources, and the strength necessary to throw myself into this race for the White House, and I intend to run to the end.”
Her campaign went like any other American campaign. She worked day and night, wrote books, a biography was written about her, she appeared at lectures and campaign events, and even a song was made about her. She was recognized everywhere by the rose she wore as her personal symbol. Even her own weekly magazine was paid for by her brokerage firm.
Perhaps she worked a bit too hard. She took on corrupt policemen, lazy politicians, and even her own supporters: the suffragists, who she felt were too conservative. In doing so, she deepened an already existing rift within the movement. Victoria stood for issues that, according to the conventional group, were immoral, such as property rights. All this fighting led to a quarrel with Harriet Beecher Stowe, the author of Uncle Tom's Cabin. Harriet called her immoral and felt she was going too far.
"The women of the country have the power in their own hands, in spite of the law and the government being altogether of the male order" - Victoria Woodhull
Victoria knew that her brother, a preacher, had an extramarital affair. Victoria and her sister Tennessee eventually ended up in prison on charges of libel. While in prison, she learned that she had been defeated. Financially, she was exhausted. To escape all the slander and to take some rest, she moved to England, where she would run for U.S. president two more times—unsuccessfully.
By moving to England, she entered a different climate. The freedom she once felt disappeared, and she adjusted her tone. She gave speeches preaching virtue. For what had all her progressiveness brought her? She wryly commented about herself: “The bomb throwers of one generation are often... tea drinkers.”
She remarried. Her sister Tennessee married an aristocratic man, making Victoria a noblewoman herself. They lived a quiet and comfortable life in England, where, from her country house, she built schools for the children of the English countryside.
Want to know more about Victoria Woodhull? We recommed the book ‘Karakterdames’ by Eliane van den Ende (ISBN: 9789058265548 paperback), which served as an important source for this article.
Sebastiaan Coop is a historian specialised in colonial and world history. While studying history and Asia studies at Leiden University, he focused on Dutch colonial history, with a particular interest in material history. You can therefore call him a real collector, which can be seen at his home, where he has a large collection of old prints on historical subjects.
ความคิดเห็น