- Jasmijn Groot -
Zo dicht als de publieke opinie op de huid zat van de vluchtelingen die de gevaarlijke tocht naar Europa waagden om de terroristische organisatie Islamitische Staat te ontvluchten, zo snel was die de hele kwestie alweer vergeten toen de krantenkoppen een nieuw conflict begonnen te documenteren. IS werd verslagen verklaard, dus we konden allemaal rustig verder. Maar we wenden onze ogen van hen die dat niet kunnen. Precies om die redenen maakte filmmaker Reber Dosky de documentaire Daughters of the Sun. In deze intieme film, waar je je ogen niet van af kunt houden, volgt hij negen jonge vrouwen, allen onderdeel van de Noord-Iraakse Yezidi gemeenschap, die in een vluchtelingenkamp hun verhalen met elkaar delen en tegelijkertijd proberen door te gaan met hun hun leven. Tijdens een speciale vertoning in Filmhuis Alkmaar in samenwerking met Movies that Matter op 6 april jl., vertelden Dosky en zes van de vrouwen uit de documentaire, onder moderatorschap van Carla van Os, onderzoeker aan het Groningse Study Centre for Children, Migration and Law, in een indrukwekkend nagesprek over het belang van gezien worden.
Terwijl de camera uitkijkt over een woestijnlandschap, richt een groepje Yezidi vrouwen, samen met een man die ze liefkozend Oom Hussein noemen, een gitzwarte tent op. Binnen in de tent, laat Hussein de vrouwen bijeenkomen bij een lichtje. Daar nemen zij één voor één het woord over hun belevenissen na de aanval van IS op Sinjar en omgeving in augustus 2014, waar zij woonachtig waren. De Yezidis zijn een etnische groepering, die geloven in de goedaardige engel Melek Taus. Hun religie werd niet getolereerd door IS. Bij hun komst in de regio dwongen zij de Yezidis zich te bekeren tot de Islam. De mannen werden in koelen bloede geëxecuteerd als ze weigerden. De vrouwen en meisjes werden gescheiden van hun overlevende mannelijke familieleden en verhandeld als slavinnen.
Met de lens gericht op de vrouwen, die van het beeld spatten tegen de zwarte achtergrond, kan het publiek niets anders doen dan naar hen kijken en luisteren naar hun woorden. Stuk voor stuk zijn ze uit Noord-Irak ontvoerd. Allemaal spreken ze over dagenlange gevangenschappen in een ondergrondse ruimte zonder daglicht. Iedereen is op de markt van IS-steden als vee verkocht aan geallieerde families, met prijskaartje en al aan hun lichaam gebonden. Ze zijn onderling meerdere keren weer door verhandeld en opgekocht door de hoogste bieder. De één werd huishoudelijke taken gegeven. De ander werd geacht har eigenaar te plezieren. Alleen werden ze beroofd van hun vrijheid en onderworpen aan geestelijke en lichamelijke mishandeling – sommigen jarenlang.
Buiten de tent proberen de vrouwen verder te gaan met hun levens. Ze wonen stuk voor stuk in de geïmproviseerde woningen van een vluchtelingenkamp. Ze vinden tijdverdrijf in werk, zoals het vervaardigen van kleding, maar ook in vrijetijdsactiviteiten in de dichtstbijzijnde stad. Oom Hussein is niet alleen hun steun en toeverlaat, hij probeert ondertussen een ander Yezidi meisje, dat in Turkije verzeild is geraakt, vrij te kopen van haar smokkelaars. Hij struikelt echter over de genuanceerde problemen rondom de kwestie van de Yezidi gemeenschap, waardoor hij niet aan de benodigde fondsen kan komen. Vanuit het Iraakse thuisfront worden er geregeld geïdentificeerde lichamen overgebracht, die voor de vrouwen de vragen beantwoorden of hun familieleden nog leven. Maar voor velen wordt de hoop dat ze nog met hen zouden kunnen worden verenigd gesmoord. De vrouwen zijn jong, ze zijn alleen op de wereld, ze zijn geïsoleerd en bevinden tussen land en wal.
Op symbolische wijze branden de vrouwen samen met hun oom Hussein de zwarte tent af. Om de verschrikkingen die ze met elkaar hebben gedeeld te vernietigen. Om het achter zich te laten. Om van de duisternis een lichtpunt te maken, voor wat hen nog te komen staat wellicht. Maar ook om de kleur van IS uit hun leven te bannen, voegt maker Doskey toe – IS-strijders gingen namelijk altijd in het zwart gekleed. De voiceover herinnert er ons echter aan: “de wonden genezen, maar de littekens blijven.”
En toen schakelde het duister van de zaal terug naar het licht. Zes van de negen vrouwen uit de documentaire namen hun plaats in voor het publiek. Het delen van de film met de aanwezigen is voor hen duidelijk een emotionele aangelegenheid. Voor ons, die, bijna gehynotiseerd door de duisternis van de tent en van het theater, is het eveneens aangrijpend om hen in levende leven te aanschouwen. De vrouwen hebben zich aan de zijde van regisseur Dosky geschaard om aandacht te vragen voor hun verhaal. Één van de protagonisten, Merhoulba zegt hierover: “ik vertel mijn verhaal, omdat velen niet durven te spreken. Om een lichtpuntje te bieden, net zoals in de tent. Maar ook om te laten zien, dat IS me niet klein heeft weten te krijgn en dat ik mijn hoop niet verloren heb.” Een andere protagonist, Sarab, samen met Dosky, voegt hieraan toe dat ze zich op het moment in een soort van niemandsland bevinden. Oom Husseins hulp ten spijt, ze hebben broodnodig professionele hulp nodig, die niet beschikbaar is. Daarnaast wil niemand het op zich nemen om de scholing die de vrouwen hebben misgelopen in te halen. En terug naar Sinjar willen ze wel, maar kunnen ze niet, door de complexe onderliggende relaties. Er zit dus niets anders op dan met deze documentaire het grijze gebied in ons collectieve geheugen te verlichten en ons eraan te herinneren dat een hele generatie van deze gemeenschap uiteen is gerukt en getraumatiseerd.
Daughters of the Sun is nu te zien in een aantal geselecteerde filmhuizen in Nederland. Om de vrouwen uit de documentaire te steunen tijdens hun verblijf in Nederland, kun je hier een donatie doen.
Afbeelding: Jos de Putter, Dieptescherpte BV (2023) Daughters of the Sun.
Comments