door Maartje Kramer -
Aleid, ook wel Adelheid van Kleef, werd geboren in de late 12e eeuw. Het is onbekend hoe haar jeugd was aan het hof van haar vader, Diederik IV van Kleef. Aleid kwam uit het machtige huis Kleef, dat nauwe banden onderhield met het graafschap Holland. In 1186 trouwde ze met Dirk van Holland, de latere graaf Dirk VII, waarmee ze de alliantie tussen deze twee belangrijke huizen versterkte. Het paar kreeg drie dochters: Aleydis, Petronilla en Ada, van wie alleen hun jongste dochter, Ada, hen zou overleven.
Toen Dirk in 1190 graaf werd, kreeg Aleid als zijn vrouw een prominente rol in het bestuur van het graafschap. Uniek was dat zij, in tegenstelling tot haar voorgangsters, officieel de titel "Gravin van Holland" droeg. Dit was meer dan symboliek; Aleid was een actieve medebestuurder die samen met haar man oorkonden ondertekende. Haar betrokkenheid duidt mogelijk op een voorbereiding op een toekomstig regentschap, mocht haar man vroegtijdig sterven.
Het bewind van Dirk VII werd bedreigd door zowel interne als externe vijanden. In 1195 werd Aleid gedwongen om het leiderschap op zich te nemen toen haar zwager, Willem van Holland, samen met de West-Friezen een opstand ontketende tegen Dirk. Terwijl Dirk in Zeeland vocht tegen de Vlaamse graaf, leidde Aleid haar leger tegen Willem vanuit de Abdij van Egmond. De monniken van het klooster klaagden over de overlast van haar aanwezigheid, maar in een verslag van het klooster werd erkend dat Aleid een capabele en vastberaden commandant was. Ze wist Willem's troepen terug te dringen en daarmee het graafschap tijdelijk veilig te stellen.
Na de vroege dood van Dirk VII in 1203 stond Aleid voor een nieuwe uitdaging: het veiligstellen van de erfopvolging voor haar dochter Ada. Om te voorkomen dat Willem het graafschap zou opeisen, arrangeerde Aleid haastig een huwelijk tussen Ada en graaf Lodewijk van Loon. Dit huwelijk moest Willem’s machtsaanspraken ondermijnen en de positie van Aleid en haar dochter beschermen, maar Willem verklaarde het huwelijk ongeldig.
Aleid slaagde er niet in Willem te verslaan. Ada werd gevangengenomen en naar Engeland gestuurd op last van koning Jan zonder Land, een bondgenoot van Willem. Ondanks smeekbedes van Aleid aan de Engelse koning bleef Ada tot 1210 in gevangenschap. Na deze opvolgingsstrijd verdwijnt Aleid grotendeels uit de historische verslagen, hoewel bekend is dat ze nog actief was. In 1207 schreef ze een brief aan de Engelse koning Jan zonder Land, waarin ze pleitte voor de terugkeer van haar dochter. Uiteindelijk wist Lodewijk van Loon Ada te bevrijden, maar Ada moest haar aanspraak op het graafschap Holland opgeven.
In 1237 schonk Aleid geld aan het klooster van Rijnsburg, waar ze na haar dood in 1238 werd begraven. Ze ligt naast andere prominente leden van de grafelijke familie, waaronder Willem van Holland. Dit suggereert dat er wellicht minder persoonlijke vijandigheid bestond tussen Aleid en Willem dan de geschiedschrijver Melis Stoke ons doet geloven.
Aleid van Kleef, de eerste gravin van Holland, was een sterke vrouw die een moeilijke periode van politieke strijd overleefde. Haar nalatenschap toont aan dat ze een rolmodel was voor toekomstige generaties vrouwen in een door mannen gedomineerde wereld. Ondanks haar nederlaag in de strijd om de opvolging blijft haar vastberadenheid een belangrijk onderdeel van de Hollandse geschiedenis.
Aleids levensverhaal is door de eeuwen heen vanuit verschillende perspectieven bekeken. De middeleeuwse kroniekschrijver Melis Stoke, die in opdracht van Floris V schreef, beschreef haar als een sluwe, heerszuchtige vrouw die haar rol als vrouw en moeder overschreed. Stoke portretteerde haar als een tegenstander in het politieke conflict tussen de graafschappen en veroordeelde haar snelle actie om haar dochter uit te huwelijken vlak na de dood van Dirk. Hij schilderde haar af als onvrouwelijk en berekenend.
Zeshonderd jaar later kwam de Nederlandse criticus Conrad Busken Huet met een herwaardering van Aleid. In zijn werk verdedigde hij haar beslissingen en benadrukte dat ze handelde uit noodzaak, niet uit ambitie. Volgens Huet deed Aleid precies wat van een vorstin werd verwacht: ze verdedigde haar dochter en haar positie met de kracht van een leeuwin. Hij zag de negatieve beschrijvingen van Aleid als kortzichtig en bevooroordeeld, en pleitte voor eerherstel.
Kaiser, J.W. & Craeyvanger, R., 'Vrouw Aleid overwint de West-Friezen'. In: J.P. Arend, Algemeene Geschiedenis des Vaderlands (1840). Amsterdam, Nederland.
Comments